Zelfregulatie en link met executieve functies
Uit Leren en ontwikkelen 1 (Ansloos et al.,2021)
Om succesvol te zijn op school en om in het dagelijks leven goed te kunnen functioneren moet je als mens beschikken over vaardigheden om je eigen gedrag te kunnen sturen. Het gaat hier om functies die ervoor zorgen dat je een welbepaalde cognitieve taak tot een goed einde kan brengen. Ze staan in voor de controle en de regulatie van doelgericht gedrag. Deze neuropsychologische functies worden 'executieve functies' genoemd.
"Executieve functie is een neuropsychologisch begrip dat verwijst naar de cognitieve processen die betrokken zijn bij het plannen en aansturen van activiteiten, zoals starten met een taak, werkgeheugen, volgehouden aandacht, monitoren van prestaties, remmen van impulsiviteit en doelgericht doorzettingsvermogen" (Dawson & Guare, 2012, p.20).
Om dagdagelijkse en schoolse taken uit te voeren (de executie) en problemen aan te pakken moeten adolescenten beroep doen op cognitieve denkprocessen (functies). Wetenschappers beschrijven executieve functies als een netwerk van meerdere vaardigheden.
Het begrip executieve functies wordt ook wel met de dirigent van een orkest vergeleken. De dirigent geeft de maat aan en zorgt ervoor dat de verschillende orkestleden op het juiste moment beginnen en stoppen met spelen. Doordat de dirigent overzicht heeft, is het resultaat een op elkaar goed afgesteld geheel en horen we een mooi muziekstuk. Ook al zet je de beste muzikanten van de wereld bij elkaar, zonder een goede dirigent zou het een rommeltje worden. Zo is het ook met executieve functies. Zonder executieve functies bestaat er geen samenwerking tussen de verschillende vaardigheden waardoor goed georganiseerd gedrag niet mogelijk is (Smidts & Huizinga, 2016).
Bij de ontwikkeling van executieve functies spelen zowel erfelijkheids- als omgevingsfactoren een rol.
Op basis van onderzoek kunnen we besluiten dat het trainen van de executieve functies belangrijk is voor het ontwikkelen van hersenstructuren die bij adolescenten de ontwikkeling van executieve functies zullen ondersteunen. De prefrontale hersengebieden, die een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling en het gebruik van executieve functies, behoren tot de structuren die het laatst tot ontwikkeling komen. Pas op de leeftijd van 25 jaar zijn ze volledig gevormd (Guare, Dawson & Guare, 2013).
Tegen het einde van de adolescentie, wanneer de frontale lobben ontwikkeld zijn, verwachten we dat jongeren hun eigen denkprocessen en gedrag zelfstandig kunnen reguleren. Omdat we weten dat de hersenen tijdens de adolescentie nog volop in ontwikkeling zijn, kunnen we dus niet verwachten dat een 14-jarige leerling zijn gedrag volledig zelf kan reguleren. De verwachtingen ten opzichte van een adolescentenbrein zijn gelimiteerd.
Om als volwassenen te beschikken over sterke executieve functies is oefening cruciaal. Als leerkracht is het dus belangrijk om de ontwikkeling van de executieve functies te ondersteunen en te stimuleren (Guare, Dawson & Guare, 2013).