8/17: Transactionele afstand-deel b (Michael Moore)
We zoomen verder in op de theorie van de Transactionele afstand.
We weten nu dat Moore stelt dat er bij online leren niet alleen sprake is van een fysieke afstand en soms ook een afstand in tijd tussen leerling en leerkracht. Er is ook sprake van een emotionele of sociale afstand tussen leerkracht en leerling: de 'transactional distance'. Moore beschrijft hoe het lesgeven in een traditioneel klaslokaal een kleinere transactionele afstand creƫert in vergelijking met een online omgeving. Hoe groter de transactionele afstand, hoe moeilijker de overdracht van het leren verloopt, waardoor het leren wordt bemoeilijkt.
Moore concludeert dat de leeropbrengst bij afstandsonderwijs en online leren afhankelijk is van drie factoren, namelijk: dialoog, structuur en autonomie. Alleen als deze factoren in balans zijn, leert een leerling op afstand effectief. Het is een theorie die als werkmodel helpt om afstandsleren beter te begrijpen.

- Dialoog:
Er is sprake van een grote 'transactional distance' als er weinig ruimte is voor dialoog.
Bij onderwijs op afstand is het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven. Zowel de interactie tussen leraar en leerling als tussen leerlingen onderling is van belang. Denk hierbij aan groepsopdrachten, ingeroosterde pauzemomenten om digitaal samen te pauzeren, coachgesprekken, individuele feedback op huiswerkopdrachten, inzetten van WhatsApp of sociale media... - Zorg voor een heldere en flexibele structuur:
Sterk voorgeprogrammeerde programma's kennen een grote 'transactional distance'. Hiermee doelt Moore vooral op de mate waarin programma's ruimte bieden aan individuele vragen en behoeften.
Breng ook structuur aan door te vertrekken vanuit te verwerven kennis en vaardigheden, vanuit leerdoelen dus, op die manier focus je op wat echt noodzakelijk is. - Stimuleer autonomie en zelfregulatie bij leerlingen:
Hoe groter de 'transactional distance', des te meer autonomie de lerende moeten kunnen uitoefenen. Dat betekent dus dat lerenden die in staat zijn om zelfgestuurd te leren, beter om kunnen gaan met 'transactional distance'. Hierbij heeft 'autonomie' dus betrekking op het vermogen van een lerende om het leerproces te sturen, en niet op de mate waarin een programma lerenden keuzevrijheid biedt.Online leren vraagt ook meer eigenaarschap van leerlingen; zij moeten in deze periode meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces. Op scholen waar eigenaarschap al actief gestimuleerd wordt, ervaren leraren en leerlingen een gemakkelijkere overgang naar afstandsonderwijs en online leren.
Zelfregulatie is een van de belangrijkste uitdagingen als leerlingen zelfstandig op afstand moeten leren. Voor succesvolle participatie zijn o.a. vaardigheden in organisatie, timemanagement, discipline en omgang met technologie nodig.
