10/17: verdieping transactional distance
We verdiepen / herhalen eerst enkele succesfactoren die kunnen geankerd worden aan de transactional distance.
INTERACTIE
- Heb aandacht voor ontmoeting en verbinding, zeker wanneer je weinig of geen contact hebt met je leerlingen.
- Maak duidelijke afspraken met je leerlingen. Wat verwacht je van leerlingen en wat kunnen zij van jou verwachten? Maak deze afspraken duidelijk tijdens een eerste contactmoment en zet ze ook in je Canvascursus. Bijvoorbeeld: Laat leerlingen hun microfoon uitzetten als ze niet spreken. Laat vragen noteren in de chat-ruimte. Spreek af wanneer je op vragen ingaat. Maak duidelijk wanneer de les begint en wat je gaat doen tijdens de les. Bekijk eventueel ook dit voorbeeld van The University of Texas over het duidelijk communiceren van rollen en verwachtingen.
STRUCTUUR EN AUTONOMIE
- Maak voor je leerlingen een duidelijke planning, met de geplande leeractiviteiten en de (geschatte) duur voor elke leeractiviteit.
- Leg linken tussen de verschillende leeractiviteiten. Geef bijvoorbeeld aan hoe je de online voorbereiding (bv. in het discussieforum) zal gebruiken tijdens het (online) contactmoment. Vertel ook wat de gevolgen zijn als bepaalde activiteiten niet gedaan worden.
- Sta stil bij de mate van zelfsturing die je verwacht van een leerling bij het thuis voorbereiden van de leerinhouden, want dit vraagt geoefende metacognitieve vaardigheden (leerlingen moeten zelf beslissen wanneer en hoe lang ze zich aan de voorbereiding zetten, zich concentreren, een verwerkingsstrategie bepalen, enz.).
Om de zelfsturing te verhogen, kan je als leerkracht 7 sleutelfactoren (Van Laer et al. 2016) mee nemen in jouw ontwerpfase (zie hiernaast):

- Authenticiteit: Het moet direct duidelijk zijn voor de student dat de leerstof relevant is voor later gebruik . Authentieke leertaken beïnvloeden de cognitie (voorkennis en prestatie), metacognitie (verwachting leeruitkomsten) en motivatie (intrinsiek, plezier) sterk.
- Personalisatie: Personalisatie draait vooral om het inbouwen van dynamiek en aanpassingsvermogen. Voorbeelden: 1) Elementen van eigen naam of herkenbare namen in de cursus. 2) Leertaken en studiestof wijzigen naargelang de leerlingprestaties (e.g. makkelijker/moeilijker of wijziging van didactische strategie).
- Mate van controle: Hoe meer de student kan bepalen hoe, wanneer en of de stof geleerd wordt; hoe beter de prestaties, zelfcontrole en tevredenheid.
- Ondersteuning van de leercurve (scaffolding): Het aanpassen van de taken of leeromgeving zodat leerdoelen gehaald worden die anders buiten bereik waren geweest. De term scaffolding is Engels voor steigers (bouwen). Als leraar ondersteun je dus een leerling, aangepast aan zijn niveau. Dit doe je door bijvoorbeeld een hulpmiddel (stappenplan bijv.) te geven met de intentie dat hulpmiddel uiteindelijk te laten afbouwen.
- Interactie: Deze interactie heeft betrekking op zowel de interactie met de inhoud, maar zeker de mate van interactie met medeleerlingen en leerkrachten.
- Reflectie momenten: Het aanbieden van hints die als doelstelling hebben leerlingen kritisch te laten reflecteren op vergaarde kennis en ervaring om zo het begrip en leervermogen te vergroten. Deze hints kunnen zowel voorafgaand als gedurende een leertaak worden aangeboden.
- Kalibratie momenten: De digitale leeromgeving moet de studenten triggers aanbieden om hun perceptie van presteren te kunnen beoordelen ten opzichte van hun daadwerkelijke prestaties. Hiervan zijn formatieve meerkeuzetoetsen een bekend voorbeeld.
Verdieping Cognitive Load Theory
We verdiepen / herhalen enkele succesfactoren die kunnen geankerd worden aan de Cognitive load theory.
- John Sweller kwam met zijn Cognitive load theory ook tot een belangrijke conclusie in verband met het probleem-oplossend vermogen van leerlingen: als het gaat om zo snel mogelijk nieuwe kennis aan te leren, dan is de snelste manier om dat te bereiken, het in duidelijke 'brokken' aan te bieden, in schema's, aansluitend op wat studenten al weten. Het proces van onderzoeken (probleemoplossend werken) vergt volgens de theorie namelijk meer van het geheugen. De theorie is dus gericht op het snel en optimaal laten opnemen van nieuwe informatie. Een verwerkingsmethode als Spaced learning helpt daarbij (gespreid oefenen), retrieval practice (toetsen om te leren), en interleaving practice (afwisselend oefenen)).
Op andere momenten is het juist belangrijk dat leerlingen op een andere manier werken en zelf (leren) ontdekken. ==> Juist het combineren van verschillende ideeën werkt daarbij versterkend! (vernieuwenderwijs.nl) - Krijg zicht op de voorkennis van je leerlingen. Ook in online lessen kan je met behulp van TE tools de voorkennis in beeld krijgen. Bijvoorbeeld: Start je nieuwe les met een korte quiz in Socrative.
